Elke les begin ik in de onderbouwgroep van juf W met een welkomstliedje. In dit liedje krijgt, volgens een schema dat ik in mijn map bij hou, één van de leerlingen de rol om iets voor te doen. De rest van de groep doet dan na wat deze leerling voorzingt en voorspeelt. De klas is altijd nieuwsgierig wie er dit keer aan de beurt is. Ik kijk op mijn lijst en zie dat Dj vandaag de gelukkige is. Ik moet even slikken. Dj is de leerling die afgelopen januari is overleden. Ik overleg met mijzelf of ik dit nu aan de klas moet vertellen of niet. Heel wat ogen kijken mij ondertussen vragend aan. 'Ja jongens, D is eigenlijk vandaag aan de beurt.' 'Dat kan niet, die is dood', zegt J. 'We kunnen toch gewoon haar foto voor in de klas zetten' antwoordt R. Daar is iedereen het mee eens. Juf W pakt de foto en iedereen begint het lied te zingen alsof er niets aan de hand is. Op het moment dat er wordt voor- en nagedaan, neemt juf W de rol van Dj over en doet zachtjes, zoals Dj dat zou hebben gedaan, de voorbeelden. Na afloop zegt ze: 'Ik denk dat Dj ons van boven op haar sterretje heeft horen zingen en heel blij is dat we haar niet vergeten zijn.' We kijken elkaar even aan en slikken nog maar eens. 'Wat gaan we nu doen?' roept R.
We gaan vandaag een machine maken. We hebben vorige week al bewegingen bij verschillende bouwvakkers bedacht. Die bouwvakkers hebben allerlei machines bij zich. De leerlingen komen met een aantal voorbeelden: boormachine, hijskraan, cementmolen... Veel verder komen ze echter niet.
Nu lijkt het mij wel een goed idee om een machine te maken die alles kan. Dan hoeven de bouwvakkers maar even een rondje door de school te gaan met die machine en dan is de verbouwing van de school zo klaar. Dat lijkt iedereen een mooi plan. Enthousiast stapt de eerste leerling naar voren en laat zien hoe hij de graafmachine is. Ritmisch grommend graaft hij met zijn arm in een denkbeeldige berg zand. Gelukkig zit er op de machine een knopje waarmee ik hem aan en uit kan zetten: het puntje van zijn neus. Het knopje werkt goed. De volgende leerlingen sluiten aan, de machine wordt steeds groter. Elke keer bedenken ze weer iets wat er nog aan de machine ontbreekt. Hun fantasie gaat steeds verder. Op het laatst zijn alle leerlingen onderdeel van de machine, die kan graven, boren, verven, cement malen, vloeren walsen en nog veel meer. Alleen Dw heeft nog geen rol. Zij zit gekluisterd in haar rolstoel en kan haar lichaam slecht zelf bewegen. Dw wordt de opzichter. Door haar medeleerlingen aan te kijken zet zij onderdelen van de machine aan en uit. Door samen met juf W haar hand omhoog en omlaag te doen laatzij de machine sneller en langzamer gaan. Ondertussen kan ik bijpassende muziek maken op het keyboard. Iedereen heeft er veel plezier in. Opeens houdt J er mee op. 'Sorry' zegt hij, 'mijn machine zegt ERROR'. Juf W en ik kijken elkaar weer even aan, maar dit keer niet om iets weg te slikken, maar om ons lachen in te houden.
maandag 30 mei 2016
maandag 23 mei 2016
Kosteloos materiaal
In vorige blogs schreef ik al over het project Bouwparels bij ons op school. Naast het buurman en buurman gebarenliedje besteed ik ook op andere manieren aandacht aan het thema bouwen. Met een aantal klassen maak ik vanuit bewegingen van bouwvakkers een bewegingssequens. De kleuters maken een muziekstukje met bouwgeluiden en tijdens de muziekbelevingslessen wordt er gebouwd op muziek. Het mooiste voorbeeld daarvan komt uit de VSO klassen.
In de klas van juf J beginnen we met het zingen van het Buurman en Buurman gebarenliedje. Uit deze klas met laag functionerende leerlingen komt normaal gesproken niet veel terug. Hier en daar een woord van herkenning, af en toe een half meegezongen zinnetje. Vandaag hoor ik T uit volle borst mee zingen. Daar waar hij normaal gesproken zich beperkt tot één of twee woorden per les, hoor ik hem nu het hele lied meedoen. De eerste keer dat ik hem überhaupt hoor zingen. Juf J en ik kijken elkaar aan: de wonderen zijn de wereld nog niet uit.
Na het lied gaan we bouwen. Er is een hele verzameling schoenendozen. Ze staan in de hoek kosteloos materiaal, maar blijken van onschatbare waarde. Op stoere muziek worden de dozen doorgegeven van leerling naar leerling. Aan het einde van de kring worden ze opgestapeld tot een hoge toren. Nu kan het merendeel van de groep helemaal niets doorgeven. Daarvoor zijn ze te zeer beperkt. Ondanks dat doet iedereen mee. Ik zit naast V. Als ik de doos krijgt aangereikt, zet ik hem op het tafelblad van haar rolstoel en tel ik '1,2...' waarop V steevast 'Huppakee' zegt. Dat is dan het teken waarop ik de doos door kan schuiven naar T. T schuift met zijn spastische motoriek de doos van zijn blad, waarop juf J hem opvangt en bij M op de rolstoel legt. Iedereen is betrokken, iedereen werkt samen, iedereen heeft plezier.
Als alle dozen op zijn, komt de toren bijna tot aan het plafond. Heel voorzichtig pak ik de onderste doos en probeer de toren omhoog te tillen tot hij het hoogste punt van het lokaal raakt. Dat lukt, maar natuurlijk valt de toren op de terugweg om. Hilariteit alom. C staat op en : 'C ook toren.' Zo ontstaat een nieuwe activiteit waarbij elke leerling zelf een zo hoog mogelijke toren vast houdt, tot hij omvalt. Ik had het van te voren niet bedacht, het is heerlijk om een kans te grijpen als hij zich voordoet.
Ook bij meester C worden er een toren van schoenendozen gebouwd. Niet alleen de leerlingen, maar ook meester C zelf is er erg trots op. 's Middags krijg ik in de cc een mailtje waarin hij trots verteld over de bouwactiviteiten in de muziekles.
Het leukste moment van de dag komt bij G vandaan. Ik vraag aan de haar, terwijl ik een foto aanwijs waarop de directeur en de adjunct-directeur als Buurman en Buurman staan, wie dat zijn. Haar antwoord: Pppp Peppi Kokki!'
Dat zijn van die momenten waarop je weer weken voort kan.
In de klas van juf J beginnen we met het zingen van het Buurman en Buurman gebarenliedje. Uit deze klas met laag functionerende leerlingen komt normaal gesproken niet veel terug. Hier en daar een woord van herkenning, af en toe een half meegezongen zinnetje. Vandaag hoor ik T uit volle borst mee zingen. Daar waar hij normaal gesproken zich beperkt tot één of twee woorden per les, hoor ik hem nu het hele lied meedoen. De eerste keer dat ik hem überhaupt hoor zingen. Juf J en ik kijken elkaar aan: de wonderen zijn de wereld nog niet uit.
Als alle dozen op zijn, komt de toren bijna tot aan het plafond. Heel voorzichtig pak ik de onderste doos en probeer de toren omhoog te tillen tot hij het hoogste punt van het lokaal raakt. Dat lukt, maar natuurlijk valt de toren op de terugweg om. Hilariteit alom. C staat op en : 'C ook toren.' Zo ontstaat een nieuwe activiteit waarbij elke leerling zelf een zo hoog mogelijke toren vast houdt, tot hij omvalt. Ik had het van te voren niet bedacht, het is heerlijk om een kans te grijpen als hij zich voordoet.
Ook bij meester C worden er een toren van schoenendozen gebouwd. Niet alleen de leerlingen, maar ook meester C zelf is er erg trots op. 's Middags krijg ik in de cc een mailtje waarin hij trots verteld over de bouwactiviteiten in de muziekles.
Peppie en Kokkie |
Dat zijn van die momenten waarop je weer weken voort kan.
dinsdag 17 mei 2016
Divergente ducttape
Het filmpje van Buurman en Buurman mist zijn uitwerking niet. Het is inmiddels 250 keer bekeken, de directeur kan niet meer door de gangen lopen zonder door de leerlingen begroet te worden met 'Hé buurman!'. Hij is ook spontaan met diëten begonnen, het filmpje was ietwat confronterend.
De groepen gaan ondertussen naar het ABC architectuurcentrum en komen met de mooiste resultaten terug.
De groepen gaan ondertussen naar het ABC architectuurcentrum en komen met de mooiste resultaten terug.
Ter inspiratie voor hun bouwwerken krijgen de leerlingen in het ABC eerst een PowerPoint te zien over bijzondere architectuur. Over kubuswoningen en bubbelhuizen. Daarna maken ze via een maquette van Haarlem kennis met een aantal kenmerkende gebouwen in Haarlem en met de plattegrond van de stad. Daarna gaan de leerlingen zelf aan de slag met plattegronden en het maken van een maquette. Met meegebrachte dozen en ander kosteloos materiaal wordt er van alles geconstrueerd. Lang leve de ducttape! Daarmee krijgen ook onze leerlingen alles aan elkaar. De leerlingen laten hun fantasie vrij de loop en de komen met meest fraaie bouwwerken terug naar school. De term divergentie wordt in de praktijk gebracht, geen enkel kunstwerk lijkt op een ander. Huizen met glijbanen naar zwembaden, huizen die hun eigen energie genereren, een politiebureau met antennes en geschutskoepel, een sprookjes huis, drijvende villa's in de vorm van een vlinder, een huis voor een giraffe etc. etc.
In de muziekles leer ik ondertussen het Buurman en Buurman gebarenliedje aan. Het lied valt goed bij elk niveau, een lekkere earwurm. Normaal gesproken had ik nu een filmpje van het lied opgenomen met spraakjuffen A en M. Helaas heeft spraakjuf M afgelopen week afscheid genomen van onze school na 14 jaar trouwe dienst. Om haar enigszins te kunnen vervangen ontstaat het idee om dit keer het lied met de klas van meester J op te nemen. Vol enthousiasme leren ze het lied en gezien de tijd staat het in één keer goed op de film. Via wat digitale ducttape staat er snel een filmpje op YouTube. Ik ben benieuwd welk filmpje uiteindelijk het meest bekeken wordt. Hoe dan ook Bouwparels leeft nu ook bij de leerlingen!
Abonneren op:
Posts (Atom)