dinsdag 26 april 2016

Buurman en Buurman

De koningsspelen zijn voorbij, de meivakantie is begonnen. Een drukke periode is voorbij en de lange eindspurt naar de zomervakantie staat voor de deur. Het project Bouwparels staat nu op stapel. Een project dat de cultuurwerkgroep van onze school heeft voorbereid waar vele mooie uitdagingen in zitten.
Eigenlijk is het project al begonnen. Op 7 april was er een studiedag voor de collega's. Uitdaging 1 was om hen enthousiast voor ons project te krijgen. Tijdens de middag hebben we de doelstellingen en de inhoud van het project met hen gedeeld. Om een uitgebreide presentatie kort te maken:
  • Middels het project wordt de fusie tussen De Regenboog en De Albert Schweitzer zichtbaar, voor leerlingen, personeel en derden (ouders, bestuur, contacten binnen onderwijs, pers).
  • Middels het project krijgt het beeldend onderwijs en het erfgoedonderwijs op school een impuls.
  • Middels dit project wordt de plaats van de school in de buurt zichtbaar voor buurtbewoners en leerlingen van de buurschool. 
De doelstellingen zijn ook nog uitgewerkt op leerling-, leerkrachten- en buurtniveau. De begrippen 'creativiteitsontwikkeling', 'convergent versus divergent' en '21 st century skills'  hebben sinds de studiedag hoplelijk meer betekenis gekregen voor de collega's. Mooie woorden allemaal, maar wordt je hier nu enthousiast van? Wat gaat er nu eigenlijk gebeuren?
We gaan bouwen, bouwen aan de nieuwe school De Parel! Het begon op die 7e april letterlijk met teambuilding. O.l.v. kunstenaar Willem Bakkum & zoon hebben de collega's constructies gebouwd van hardschuim en gipsplaatschroeven. Het resultaat van deze bouwnijverheid staat nu in de hal van de school. Op de foto staan veel lachende gezichten, de hands on benadering leverde gelijk zijn vruchten af: iedereen enthousiast!

Kunstenaars Willem Bakkum & zoon bekijken het resultaat van de teambuilding
Na de meivakantie gaan de leerlingen naar het ABC architectuurmuseum in Haarlem. Uitdaging 2, hoe krijgen wij de leerlingen daar? Een aantal groepsleerkrachten zag het niet zo zitten om met 'hun' leerlingen naar een museum te gaan, want veel rolstoelers, want laag niveau, want beren op de weg. Door een beren-uit-de-weg-gesprek met de betreffende leerkrachten, door de inzet van ouders en het schoolbusje gaat het straks lukken om iedereen naar het museum te vervoeren. Daar krijgen de leelringen een uitleg over de architectuur van Haarlem en gaan zij in een workshop aan de slag met het zelf ontwerpen van huizen en steden.
Maar voor het zover is krijgen de leerlingen nog een Buurman en Buurman filmpje te zien. Uit vorige projecten weten we dat rode draadfiguren het project kunnen laten leven bij de leerlingen.
Uitdaging 3: hoe maken we aansprekende Buurman en Buurman filmpjes? We hebben de directeur en de adjunct-directeur zover gekregen dat zij de rollen wilden gaan spelen. Een script werd geschreven en binnen een half uurtje was m.b.v. tekstborden het filmpje opgenomen. Ik ben erg benieuwd wat de leerlingen van het resultaat gaan vinden. Onder collega's gaat het filmpje al rond op facebook en genereert de nodige duimpjes.
Na de meivakantie dus een spannende start van een mooi project, waar ik nog meer over zal schrijven. Ik heb er alle vertrouwen in. Met de hulp van Buurman en Buurman gaat het zeker lukken.





maandag 11 april 2016

J en A zeggen JA

In de bovenbouw groep van De Regenboog zitten leerlingen die wat ouder zijn dan de doorsnee leerling van groep 8. Ze krijgen allerlei therapieën op school aangeboden en missen daardoor lestijd. De leerlingen doen er dus gewoon langer over om bij de leerstof van groep 8 aan te komen, als ze dat al halen. In de bovenbouw zitten dus ook een aantal leerlingen van 13 of een enkele van 14 jaar oud: pubers dus.
J en A zijn daar twee sprekende voorbeelden van. Ze zijn niet vooruit te branden. Negeren, motiveren, appelleren, niets hielp om de twee meiden aan de gang te krijgen. Tot ik vorige week opeens de juiste ingang gevonden had. Die ingang heet Alan Walker.

Tot voor kort had ik nog nooit van deze Noorse producer gehoord, maar J en A wel. Zij kijken vaak naar een bepaald YouTube kanaal waar zijn hit Faded regelmatig voorbij komt. Zij zijn fan.
Via een andere klas had ik dit nummer aangedragen gekregen. Het leek mij een goed idee om het ook in deze klas te gaan zingen. Niets vermoedend zet ik de eerste maten in of daar gaat het los. 'Dit nummer kennen we, róept gelijk de halve klas. 'Dit is echt een cool nummer.' Ik had het er zelf nog niet zo in gehoord, maar iedereen vond het te gek. J begon gelijk allemaal weetjes te spuien. 'Wacht even J, ik merk dat jij er veel van af weet, zou jij voor de volgende les een korte spreekbeurt over dit nummer willen voorbereiden?' En warempel, dat wilde ze wel.
De volgende les was ik benieuwd of ze iets had voorbereid. Helaas, J was ziek. 'O , maar dan kan ik het wel, vertellen,' zei hartsvriendin A, 'ik weet er net zoveel van.' En inderdaad hoorde ik A, die anders nooit wat zegt, ter plekke een heel verhaal over de voorgeschiedenis van dit nummer vertellen. Daarna werd het nummer enthousiast door heel de klas gezongen. Ik had de pubers te pakken.
Hoe zorg ik er nu voor dat ik hun aandacht vast blijf houden? Wat was nu de succesfactor van deze les? Het antwoord ligt voor de hand: aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Het punt is dat die belevingswereld nogal uiteen kan lopen. In dezelfde klas zitten ook nog echte kind kinderen, die meer van K3 houden. Kennelijk is dit een nummer dat verschillende belevingswerelden verbind.
Een ander punt is dat het totaal niet mijn belevingswereld is. Ik heb niets tegen popmuziek, integendeel, maar met mijn halve eeuw ben ik niet meer zo van deze tijd als mijn leerlingen. Hoe weet ik wat er nu speelt? Het antwoord  ligt volgens mij niet zozeer in het aansluiten bij de belevingswereld van het kind, maar in de stap ervoor: luisteren naar wat leerlingen beweegt. Op zoek gaan naar de intrinsieke motivatie van leerlingen en vervolgens vanuit je eigen professionaliteit daar op inspelen. Vaak genoeg sla je dan half naast de plank, maar dit keer was het raak: J en A zeiden JA!