In de bovenbouw groep van De Regenboog zitten leerlingen die wat ouder zijn dan de doorsnee leerling van groep 8. Ze krijgen allerlei therapieën op school aangeboden en missen daardoor lestijd. De leerlingen doen er dus gewoon langer over om bij de leerstof van groep 8 aan te komen, als ze dat al halen. In de bovenbouw zitten dus ook een aantal leerlingen van 13 of een enkele van 14 jaar oud: pubers dus.
J en A zijn daar twee sprekende voorbeelden van. Ze zijn niet vooruit te branden. Negeren, motiveren, appelleren, niets hielp om de twee meiden aan de gang te krijgen. Tot ik vorige week opeens de juiste ingang gevonden had. Die ingang heet Alan Walker.
Tot voor kort had ik nog nooit van deze Noorse producer gehoord, maar J en A wel. Zij kijken vaak naar een bepaald YouTube kanaal waar zijn hit Faded regelmatig voorbij komt. Zij zijn fan.
Via een andere klas had ik dit nummer aangedragen gekregen. Het leek mij een goed idee om het ook in deze klas te gaan zingen. Niets vermoedend zet ik de eerste maten in of daar gaat het los. 'Dit nummer kennen we, róept gelijk de halve klas. 'Dit is echt een cool nummer.' Ik had het er zelf nog niet zo in gehoord, maar iedereen vond het te gek. J begon gelijk allemaal weetjes te spuien. 'Wacht even J, ik merk dat jij er veel van af weet, zou jij voor de volgende les een korte spreekbeurt over dit nummer willen voorbereiden?' En warempel, dat wilde ze wel.
De volgende les was ik benieuwd of ze iets had voorbereid. Helaas, J was ziek. 'O , maar dan kan ik het wel, vertellen,' zei hartsvriendin A, 'ik weet er net zoveel van.' En inderdaad hoorde ik A, die anders nooit wat zegt, ter plekke een heel verhaal over de voorgeschiedenis van dit nummer vertellen. Daarna werd het nummer enthousiast door heel de klas gezongen. Ik had de pubers te pakken.
Hoe zorg ik er nu voor dat ik hun aandacht vast blijf houden? Wat was nu de succesfactor van deze les? Het antwoord ligt voor de hand: aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Het punt is dat die belevingswereld nogal uiteen kan lopen. In dezelfde klas zitten ook nog echte kind kinderen, die meer van K3 houden. Kennelijk is dit een nummer dat verschillende belevingswerelden verbind.
Een ander punt is dat het totaal niet mijn belevingswereld is. Ik heb niets tegen popmuziek, integendeel, maar met mijn halve eeuw ben ik niet meer zo van deze tijd als mijn leerlingen. Hoe weet ik wat er nu speelt? Het antwoord ligt volgens mij niet zozeer in het aansluiten bij de belevingswereld van het kind, maar in de stap ervoor: luisteren naar wat leerlingen beweegt. Op zoek gaan naar de intrinsieke motivatie van leerlingen en vervolgens vanuit je eigen professionaliteit daar op inspelen. Vaak genoeg sla je dan half naast de plank, maar dit keer was het raak: J en A zeiden JA!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten