maandag 26 september 2016

Wonder Workshop

Afgelopen woensdag was ik deelnemer aan een workshop autobiografisch schrijven. De workshop was onderdeel van een cultuurcoördinatoren netwerkbijeenkomst. Het ging over onze persoonlijke passie voor cultuuronderwijs. Eerst beschreven we een situatie uit het verleden waarin deze passie voor het eerst zichtbaar werd. Daarna was de meest recente passievolle ervaring aan de beurt. Ik schreef over een les die ik die ochtend gegeven had.

"De muziekles van de klas van juf M is begonnen. We zingen het gebarenliedje water. Voor mij zitten 7 kinderen met een verstandelijke en fysiek beperking van een jaar of 9, 10. 'We zingen' moet je niet al te letterlijk nemen. Alleen R zingt hardop mee, zij het net steeds iets te laat. Juf M gebaart dapper, maar bij de overige leerlingen zie ik weinig reactie. F kijkt de andere kant op in haar rolstoel, P zit zoals altijd omgedraaid, J kwijlt er lekker op los, A doet zowaar hier en daar een woordje mee en Sb vraagt tijdens het zingen of ik lekker geslapen heb, een zin die hij afwisselt met de vraag: 'vind jij juf M ook zo lief?' Sm is de laatste van de rij en zit met zijn handen op zijn  oren en zijn hoofd naar beneden op zijn stoel heen en weer te wiegen. Hij kan nauwelijks zien en als hij spreekt, doet hij dat in zinnen van één woord.
Als het liedje klaar is vraag ik Sm of hij het op de piano wil spelen. Tastend loopt hij naar het toetsenbord en vindt de beginnoot die ik hem voorspeel. Hij heeft het lied nooit eerder gespeeld, maar samen spelen wij het lied op de piano; hij de rechterhand, ik de linker. Hier en daar zijn er wat missertjes, maar de melodie is heel goed te herkennen. Juf M zegt verbaasd: 'Ik wist niet dat hij dit kon!' Nu kent ook juf M het wonder van Sm."

Tijdens de workshop zit ik naast mede cultuurcoördinator S. Als ik mijn verhaaltje heb voorgelezen is zij aan de beurt. 'We hebben het niet afgesproken, maar ook mijn verhaaltje gaat over een muziekles van meester Vincent.' Ze vertelt het verhaal van F, een autistische leerling die door een muziekbelevingsactiviteit al haar gestress en gefladder af  kon werpen en vol ontspanning met de activiteiten meedeed (zie blog 2 november 2015). Collega S zegt dat zij dat zo bijzonder vond dat toen het gebeurde de tranen in haar ogen sprongen. Terwijl ze dit zegt dringen de eerste waterlanders zich weer naar buiten en prikt het ook achter mijn ogen.
Juf M is verwonderd, collega S geëmotioneerd, en ik , ik ben dankbaar voor het muzikale wonder dat leerlingen boven zich zelf uit laten stijgen.




maandag 19 september 2016

Jantje huilt en ...

De kleuterklas van juf S is aardig door elkaar gehusseld na  de zomervakantie. De MG onderbouw groep is opgeheven, waardoor de leerlingen met het laagste niveau nu niet meer bij elkaar zitten, maar bij leeftijdsgenoten. Het voordeel is natuurlijk dat zij meer goede voorbeelden zien, het nadeel voor de leerkrachten is, dat zij nog een niveau extra in de klas hebben. M is zo'n leerling die een half jaar in de MG onderbouw klas heeft gezeten heeft, maar nu kleuters met een hoger niveau als klasgenoten heeft.
De kleuters werken aan het thema piraten. Twee jaar geleden was dit thema ook al eens voorbij gekomen, dus ik begin de les door het gebarenliedje Aadje Piraatje te laten zien.
Na het liedje zet ik het beeld stil, zodat op het digibord een afbeelding van piraten staat. Ik merk dat M begint te huilen. Vind hij het einde van het liedje soms te spannend? Zit zijn luier vol? Heeft buurman T hem soms geknepen? Ik weet het niet en kijk vragend naar juf S. Die trekt niet begrijpend haar schouders op. De huilbui dan maar even negerend en afleiding genererend begin ik het liedje nog eens te zingen. Het helpt niet. M heeft het nu op een brullen gezet. Juf S gaat naar hem toe, maar krijgt hem ook niet stil. M praat niet of nauwelijks, dus vragen wat er aan de hand is geen optie. Dan zegt ze: "Ik weet het misschien. Zijn moeder schreef dat hij thuis altijd naar You Tube filmpjes zit te kijken van gebarenliedjes. Ik denk dat hij het filmpje nog eens wil zien." Tja, ik lijk dus slachtoffer van mijn eigen succes te zijn.... In mijn beste gebarentaal leg ik uit dat het filmpje nu klaar is en klik de You Tube pagina weg. Het snikken gaat onverdroten door. Even doorbijten maar en gewoon verder met de les; er staan tenslotte nog een aantal muziekbelevingsactiviteiten op het programma.

Ik vertel dat ik de zee heb meegenomen. Ik laat een rustig muziekje horen en pak een oceandrum. Met deze grote trommel met kleine kogeltjes erin kan je de zee goed na doen. Als je de trommel boven je hoofd houdt klinkt het alsof je midden in de golven staat. Rustig ga ik de kring rond terwijl M verbeten door snottert. Als ik bij M kom zie ik hem even adem halen. Langzaam zie ik een glimlach rond zijn mond verschijnen, terwijl de laatste tranen nog over zijn wangen lopen. Even later reikt hij met grote ogen en open armen naar de trommel en laat zelf met veel plezier de golven rollen. Het wonder van muziek heeft zich weer voltrokken. M-tje huilt en M-tje lacht

maandag 5 september 2016

Het raadsel en het 'wereldwonder'

Het nieuwe schooljaar is begonnen. Nieuwsgierig begin ik aan mijn lessen. Na de vakantie zitten veel leerlingen in een nieuwe groep. Voor sommige leerlingen een hele overgang. Daarnaast zijn ze zes weken uit het vaste schoolritme. Genoeg leerlingen zijn na de kerstvakantie al alle regels vergeten, denk dan maar eens in hoe het is als je na zes weken terug komt op school.
Als ik door de gangen loop wordt ik door veel leerlingen enthousiast begroet.  Autist T roept: 'tot zo Vincent'. 'Ik kom pas vrijdag bij jou in de klas.' 'Maar het is toch woensdag, dan kom je toch altijd bij ons?' 'Dit jaar kom ik op vrijdag, je zit nu toch ook in een nieuwe klas.' 'O ja, tot vrijdag Vincent'. Best ingewikkeld zo'n nieuw schooljaar.

In de muziekbelevingslessen gaat het over vakantie. Eerst bezing ik een aantal vakantieverhalen van de leerlingen. Op de melodie van de wielen van de bus, zing ik bijvoorbeeld Peter ging met het vliegtuig mee, vliegtuig, mee, vliegtuig mee 2x, Ja dat is pas vakantie. Over iedereen verzin ik een coupletje.

Hierna vertel ik dat ik naar Spanje ben geweest en dat het daar zo heet was. Dit is een leugentje om bestwil, zodat ik nu twee Spaanse waaiers te voorschijn kan halen. Als een Spaanse danseres laat ik ze lekker wapperen op zonnige Spaanse muziek . 'Dat lijkt wel Paakedûloesja.' zegt G. G is net van de kleuters naar de jongste groep verstandelijk beperkte leerlingen gegaan. 'Inderdaad, dat zou best wel eens Paco de Luca kunnen zijn.' Als ik het thuis na kijk blijkt dat het gebruikte muziekje van de Spaanse meestergitarist afkomstig is. Waar G deze kennis vandaan haalt is mij en de groepsleerkracht een raadsel.

De klas van juf M wordt bevolkt door leerlingen met een zeer laag niveau. J is een leerling die een sterke eigen wil heeft, daardoor lastig te sturen is, en zijn (on)vermogen vaak luidruchtig, in een soort dierengebrul, kracht bij zet. Als ik bij hem langs kom zie ik dat hij gefascineerd naar de waaiers kijkt en geniet van de wind die ze veroorzaken. Er verschijnt een grote glimlach op zijn gezicht. Als ik even later nog eens langs kom en hem met de waaiers op de maat van de muziek op zijn hoofd, schouders, knie en been sla, heeft hij er veel plezier in en lacht voluit. Ik heb de hele les geen onvertogen gebrul gehoord. Na afloop ga ik opgetogen door het effect dat de waaiers op J hadden naar juf M toe: 'wat werkte die waaiers goed bij J vandaag, zeg.' 'Ja, hij is sowieso een stuk rustiger. Ze hebben in de vakantie iets aan zijn medicijnen veranderd en nu heb ik geen kind meer aan hem.'
Tja, dacht ik me daar even een wereldwonder te zien, blijken het gewoon pillen te zijn. Hoe dan ook, het was een mooie eerste lesweek van een veelbelovend schooljaar.

P.S. de oplettende lezer zal het zijn opgevallen dat ik nog niets geschreven heb over de afsluiting van het project Bouwparels, Een kort verslag is te lezen via deze link

maandag 4 juli 2016

Onbewust bekwaam

'Vorige week hebben we het over standbeelden gehad en zoals jullie weten staan standbeelden altijd stokstijf stil'. En dat is wat ik doe, stokstijf stil staan, en afwachten wat er komen gaat. Bij de meeste klassen valt er eerst een stilte, die na verloop van tijd omslaat in geroezemoes. 'Wat moeten we doen, hij is weer een standbeeld'. Het is leuk om te zien wie er het eerste initiatief neemt. Er is altijd wel een durfal die aan mijn arm begint te trekken, of tegen mij begint te praten. Als het eerste schaap over dam is volgen er meer. Maar hoe die schapen lopen verschilt elke les.
In de klas van juf T, neemt de juf zelf het heft in handen en begint mij in verschillende houdingen te zetten en te versieren met allerlei materialen. De leerlingen kijken er lachend naar en vertellen wat zij moet doen. Juf M voelt zich aanvankelijk ongemakkelijk met de situatie. Wat nu te doen, meester Vincent reageert echt niet. Toch komt ook bij haar laag niveau leerlingen het initiatief op gang. Voor ik het weet heeft H mij op de grond  gemanoeuvreerd en ligt hij boven op mij. Hij vindt het een heerlijk spelletje, hij heeft de macht.
De mooiste les komt bij de kleuters van juf S tot stand. Als de kleuters door hebben dat ik weer een standbeeld ben, probeert juf S de les te sturen door te zeggen dat ik misschien wel weer ga bewegen als iemand muziek maakt. Een leuk idee, maar daar stap ik nog niet op in, laat de leerlingen zelf maar met wat komen. Algauw neemt M het voortouw. Hij probeert aan mijn arm te trekken, maar dat helpt natuurlijk nog niet. Ook andere leerlingen doen een poging. Even later zie ik dat juf S en assistente C ook standbeeld zijn geworden. Nu is de klas helemaal de kluts kwijt. 'Wat moeten we doen, ze zijn doen allemaal niets meer!' 'Weet je wat,' zegt M 'ik ga naar de klas van juf S hiernaast. Die weet wel wat we moeten doen'. 'Ik ga mee'. 'Ik ook'. Drie musketiers gaan raad vragen bij de buren en komen even later terug in de klas. 'We moeten ze gaan kietelen zegt juf S, kom op doe mee.' Ik besluit om me nu gewonnen te geven. Genoeg initiatief gezien. Drie standbeelden krijgen de kieteldood en komen weer tot leven.
De dag na deze lessen ga ik naar de introductiedag van de Summer school Ludodidactiek die de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht samen met het hippe game design bedrijf IJsfontein organiseert. Om u even in twee zinnen bij te praten: ludodidactiek gaat uit van de intrinsieke motivatie van kinderen/mensen om spelletjes te spelen. Als je die motivatie kan activeren door in het onderwijs lessen te geven die gebaseerd zijn op spelprincipes, kun je door de hoge motivatie de leerlingen veel, vanuit hun eigen regie, laten leren. Ludodidactiek dus (ludo komt uit het Latijn en betekent spel). Tijdens de dag worden we ingevoerd in de basisprincipes en vliegt het vakjargon mij om de oren. En er worden natuurlijk spelletjes gespeeld. Zo 'leer' ik via een muzikaal spel hoe ik akkoorden moet spelen. Voor mij geen probleem, ik beland moeiteloos in de finale. Die finale spel ik echter met iemand die ervoor nog nooit van akkoorden had gehoord. Het spel heeft hem heel wat kennis bij gebracht.

Op de terugweg vraag ik mij af of mijn standbeelden les nu ook een vorm van ludodidactiek was. Ik denk het wel. De leerlingen waren zeker intrinsiek gemotiveerd, vertoonde eigen initiatief, alleen waren de spelregels niet zo duidelijk. Dat was eigenlijk het spel. Of in termen van de ludodidactiek: de playfullness en de player emotion waren high, maar de core play en de aims of the user waren niet zo duidelijk. De player take away en de rententiewaarde waren daarnaast weer groot. M.a.w. de leerlingen hebben geleerd initiatief te tonen en ze zullen er zeker nog lang over na praten. Ik heb goede hoop dat ik na de summer, een stuk bewust bekwamer weer naar school ga.

dinsdag 21 juni 2016

Tijgerbalsem voor de geest

Het project Bouwparels heeft de school omgetoverd in een kunstwerkplaats. In elke klas staan grote constructies waar door de leerlingen en leerkrachten hard aan gewerkt is. Wigwams van versierde takken, een molen van kartonnen dozen, een toren van houten latten en nog veel meer. In elke klas waar ik kom wordt trots verteld over het kunstwerk van de groep.
Alle kunstwerken worden op 13 juli uitgezet in een kunstroute in de buurt. Enthousiaste buurtbewoners hebben hun voortuin beschikbaar gesteld als tijdelijke expositie plaats. Vele leerlingen,  ouders, buurtbewoners en  hoogwaardigheidsbekleders zullen de kunstroute lopen. Een mooi vooruitzicht.
Op 13 juli nemen we ook afscheid van De Regenboog en de Albert Schweitzerschool en gaan we samen verder als De Parel. De burgemeester komt het nieuwe naambord onthullen. Daarna zal het nieuwe schoollied gezongen worden.
Het lied heb ik met behulp van drie klassen gemaakt. Nadat ik het refrein had geïntroduceerd hebben de klassen tekstregels aangeleverd voor het couplet. Ik heb ze samengevoegd tot twee coupletten. Inmiddels is er een gebarenliedje van het nieuwe schoollied gemaakt en wordt het lied al door heel wat leerlingen meegezongen.
Afgelopen week gaf ik in het teken van het Bouwparels project eigenlijk in alle groepen dezelfde les. Die les begint natuurlijk met het nieuwe schoollied.
Daarna gaat het over standbeelden. Ik laat plaatjes van standbeelden in Haarlem zien en vertel het verhaal van Lourens Janszoon Coster. Vervolgens ben ik een standbeeld en mogen de leerlingen mij beeldhouwen. Ik sta stijf voor de klas en een uitgekozen leerling mag mijn houding bepalen. De eerste beeldhouwer duwt voorzichtig mijn arm omhoog en is snel klaar. Maar al snel hebben de volgende beeldhouwers door dat er veel mogelijk is en sta ik in de meest rare houdingen voor de klas.
Alle klassen vinden dit een leuke opdracht. Van jong tot oud wordt er veel gelachen en zijn de leerlingen betrokken bij de les.
Waarom is deze opdracht en het hele project zo'n succesnummer? Volgens mij heeft dat te maken met de invloed die de leerlingen zelf hebben op het resultaat. Natuurlijk is het leuk om de meester in een rare houding voor de klas te zien staan, maar het is nog leuker als je die houding zelf mag bepalen. Natuurlijk is het leuk om een kunstwerk te maken, maar het is nog leuker als je het samen met je klasgenoten zelf verzint. De lol ligt in het proces en levert een verrassend resultaat op waar iedereen trots op kan zijn. Niet alleen de leerlingen, maar ook ik als een van de aanstichters van die creativiteit, geniet er erg van. Ook al betekent het dat ik hier en daar wat tijgerbalsem smeer om de spierpijn wat te verzachten.

woensdag 15 juni 2016

Van Roodkapje en de zeven dwergen...

Bij de kleuters in de klas van juf S, mogen de twee hulpjes die naast de juf zitten altijd een liedje uitkiezen. Ik heb een groot, opvouwbaar pictobord waarop de leerlingen een picto aanwijzen. Het bijbehorende lied wordt dan gezongen. Dit keer is B aan de beurt en hij kiest het plaatje van de wolf. Ik vraag hem welk liedje er bij deze picto hoort. De meeste klasgenoten beginnen gelijk te fluisteren over Roodkapje, maar B weet het niet. De juf maakt het gebaar van rood, maar er begint bij B geen lichtje te branden. Ik probeer hem op weg te helpen en stel de vraag: 'Gaat het over Sneeuwwitje of Roodkapje?' terwijl ik hem twee vuisten voor hou, links voor Sneeuwwitje, rechts voor Roodkapje. Overtuigd wijst B de linker vuist aan, want het eerste antwoord is altijd goed.
'Oké jongens, zingen jullie mee. Zeg Sneeuwwitje waar ga je hene, zo alleen, zo alleen...' Ik kijk de klas rond en hoor tien stel hersens kraken. Hier klopt iets niet. Autist G zegt: 'Dat is fout meester Vincent, het is Roodkapje.' 'Nou Sneeuwwitje was ook helemaal alleen op weg door het bos. Waar ging ze naar toe?' Overal hoor ik 'grootmoeder' gonzen, maar M heeft het door. 'Naar de zeven dwergen.' 'Zing maar mee: Ze is op weg naar de zeven dwergen, in het bos, in het bos... Waarvoor moet ze oppassen in het bos?' G roept vol overtuiging 'De wolf, de wolf!' 'In dit sprookje komt eigenlijk geen wolf voor', leg ik uit, 'ze moet eigenlijk bang zijn voor de jager.' Nu wordt het G te veel: 'Maar de jager komst alles juist goed maken.' 'In het sprookje van Roodkapje wel, maar in het sprookje van Sneeuwwitje niet. De boze stiefmoeder heeft tegen de jager gezegd dat die Sneeuwwitje moet doden.' 'Maar dat doen jagers toch niet!' G is duidelijk in verwarring. 'Nee, gelukkig doet de jager het ook in dit sprookje niet.' G is al weer wat gerust gesteld.
Het lied ontwikkelt zich steeds verder. Steeds meer leerlingen hebben inmiddels de wisseltruc door. Zo verzinnen we samen: 'Bij de dwergen mag ze wonen, in hun huis, in hun huis', 'Pas maar op voor het appelvrouwtje, pas maar op, pas maar op.' 'In een kistje moet ze liggen, in een kist, in een kist'. Dan vraag ik aan G: 'Wie komt haar wakker kussen?' Ik zie hem denken, en dan zegt hij: 'ik weet het: de prins.' Ook bij hem is het kwartje gevallen.
In het onderwijs is de term opbrengstgericht werken inmiddels gemeengoed. Meten is weten, dus worden allerlei streefdoelen in groepsplannen en ontwikkelperspectieven aangevinkt en afgekaart. Wat is nu de opbrengst van het Sneeuwwitje voorbeeld. Die opbrengst is heel divers. De leerlingen zijn namelijk ook heel verschillend.
Er is een groep leerlingen zoals B, die de hele verwisseling van Roodkapje en Sneeuwwitje niet meekrijgt. Zij genieten van het samen zingen. Een ervaringsgerichte opbrengst. Een ander groep heeft de verwisseling snel door en kan kennis toepassen. Zij kunnen de transfer van Roodkapje naar Sneeuwwitje maken. Een cognitieve opbrengst.
Maar hoe zit  het dan met G? Dat G moeite met de verwisseling heeft valt natuurlijk te verklaren vanuit zijn autisme. Toch valt bij hem uiteindelijk ook het kwartje. Daarmee is zijn autisme natuurlijk niet genezen, dat kan immers niet, maar misschien is er toch ergens een klein deurtje binnen al zijn hokjes in zijn hersenen op een kiertje gezet. Wie zal het zeggen?
Ik had B kunnen verbeteren en tegen hem kunnen zeggen: 'Nee het liedje gaat niet over Sneeuwwitje maar over Roodkapje.' Ik ben blij dat ik het niet gedaan heb. Ondanks dat mijn lesdoel heel ergens anders over ging, zag ik een kans om iets heel anders te bereiken. Iets wat niet in streefdoelen en of ontwikkelingsperspectieven staat omschreven, maar volgens mij behoorlijk opbrengstgericht was. Iets wat het onderwijs, onderwijs maakt.

maandag 6 juni 2016

Schoolreisje

Het is zover: vandaag gaan we op schoolreis! Voor menige school een leuke dag die enige organisatie vraagt, voor onze school een logistieke operatie van jewelste. Het levert een draaiboek van 13 pagina's en de nodige wachttijd op.
De school krijgt het schooreisje aangeboden door het Rode Kruis, met financiële ondersteuning van de Lion's Club. Geweldig dat zij zo onze leerlingen een fijne dag willen bezorgen! Beide organisaties leveren ook de nodige vrijwilligers. Dat komt goed uit, want per anderhalve leerling is er een begeleider nodig. Er moeten namelijk heel wat rolstoelen worden geduwd.
Ik meld mij om kwart over acht in de groep van Meester C. Vrijwilliger B is al ter plaatse, net als assistente D. Al snel komen de eerste opgewonden leerlingen binnen. Juffrouw Spannend arriveert met haar moeder. Ze heeft niet zo goed geslapen. Mevrouw Onrust kan gelijk al moeilijk op haar stoel blijven zitten. Macho S komt kwijlend van plezier het lokaal binnen. Het zijn allemaal meervoudig gehandicapte leerlingen. Ze gaan een dag nieuwe ervaringen tegemoet.
Het 'instappen' van de rolstoelleerlingen in de speciale touringcar duurt wat langer dan het draaiboek voorspelt. Hierdoor wachten we langer, hetgeen de sfeer voor Juffrouw Spannend en mevrouw Onrust er niet beter op maakt. Ook Macho S wordt na enige tijd ongeduldig. Als wij het sein 'instappen' krijgen begeven wij ons opgelucht naar de gereed staande bussen, om vervolgens daar in de rij te wachten tot iedereen op zijn plaats gehesen is. Juffrouw Spannend en Macho S kunnen zelf de hoge instap van de bus niet overbruggen en worden met behulp van vier stevige armen op hun plek gezet. Als iedereen zit wachten we rustig af op het laden van de andere drie bussen. Ruim een half uur na geplande vertrektijd zet de karavaan bussen zich in beweging richting Alphen aan de Rijn. 'Kijk auto', zegt juffrouw Spannend. En inderdaad er rijdt een auto voorbij op de snelweg. We zien ook vliegtuigen bij Schiphol, en een fiets. Hoogtepunt van de busreis is het tellen van de brandweerauto's die voor de kazerne staan. Wat een belevenissen toch allemaal weer.
Hoewel het uitstappen beduidend sneller gaat als het instappen, duurt het toch nog enige tijd voordat elke rolstoel bij de juiste leerling is gearriveerd. Even later komen we allemaal bij het verzamelpunt, alwaar eerst van limonade met koek zal worden genoten. Helaas blijkt het schoolbusje dat deze versnaperingen aan bord heeft de weg kwijt geraakt te zijn, dus we wachten nog even tot zij ook gearriveerd zijn. Na een halfuurtje besluiten we toch maar alvast het park in te gaan, want over tweeëneenhalf uur gaan we alweer terug.
De leerlingen hebben weinig tijdsbesef. Historisch besef is helemaal rudimentair. We maken dan ook een reis van de Romeinen, naar de bronstijd, via de middeleeuwen naar het ijzertijdperk. Het gaat er voor hen niet om iets te leren, maar om speciale zintuigelijke ervaringen op te doen. In het Romeinse badhuis wordt er daarom gelijk flink met water gespetterd. Het gladiatoren amfitheater is leeg, wat ons de gelegenheid geeft zelf door het zand te rollen. Mevrouw onrust loopt rondjes door de arena, Juffrouw Spannend staat bij de ingang  veilig in haar rolstoel te kijken terwijl ik Macho S alle hoeken van de zandbak laat zien. Ieder geniet op zijn eigen manier.
Juffrouw Spannend vindt het maar donker in de prehistorische huisjes, zij blijft liever buiten staan. Bij de derde woning durft zij toch naar binnen en belandt zij in de bronstijd. De bewoner van het bronstijdperk begint een heel verhaal over waarom het stenen tijdperk zo lang duurde en wat de verworvenheden van zijn tijd zijn. Hij heeft niet helemaal door wie hij voor zich heeft. Ik vraag of we het stenen mes en het bronzen zwaardje mogen voelen. Gelukkig mag dat en al voelend komt de geschiedenis een beetje tot leven.
Na een verschoonronde (allemaal even wachten op de rolstoelers die naar het toilet moeten) is het tijd om te lunchen. Meester C is al een hele poos alleen met Mevrouw Onrust op pad, voor haar gaat de rest van de groep veel te langzaam. Ik neem haar van meester C over, hij kijkt mij dankbaar aan. In no time lopen we het hele park door. We struinen huisje in, huisje uit. Zij laat mij hoekjes van het park zien, waar ik mij van af vraag, gezien het hoge brandnetel gehalte, of die ook echt tot de looproute behoren. We staan stil bij de (Middeleeuwse) kippen, verliezen een schoen in de paardenstal en komen zelfs even tot rust bij het kaarsen maken. Vakkundig peutert zij het lontje uit haar net gerolde kaars.
In de bus terug valt Mevrouw onrust zomaar in slaap terwijl Macho S naast haar de ene lachbui na de andere heeft. Voor juffrouw Spannend is het schoolreisje nog lang niet afgelopen, ze ziet al weer een auto.
Je kunt je natuurlijk afvragen of het zinvol is om met deze groep leerlingen naar het Archeon te gaan. Als je doel is om de leerlingen historisch besef bij te brengen, dan is het zonde geld. Maar ga je er vanuit dat je de leerlingen een bijzondere ervaring wilt meegeven, dan hebben de leerlingen die gekregen. En ik ook!