maandag 5 oktober 2015

Raar maar waar.

De Kinderboekenweek is bijna gestart. Het gaat dit jaar over wetenschap en techniek. De titel is dit jaar: Raar maar waar. Onze school besteed traditiegetrouw aandacht aan de Kinderboekenweek, ook in de muziekles. Voor de bovenbouw is er een swingend, maar moeilijk meezingbaar liedje van Kinderen voor Kinderen en daarnaast een goed zingbaar alternatief van 123zing. Met het laatste lied kan ik goed uit de voeten. Ik kan het lied mooi gebruiken in de midden -en bovenbouw. Maar dat zijn maar vijf van de vijftien klassen. Hoe breng je zo'n thema over op kleuters of op leerlingen met een verstandelijke beperking?
In dit soort gevallen maak ik een gebarenliedje. Het thema heb ik versimpelt naar apparaten. De leerlingen komen voortdurend in aanraking met apparaten, wonderen van techniek en wetenschap die van alles kunnen. Maar hoe ze werken... Toen ik het onderwerp introduceerde in een klas draaide toevallig een assistente de kraan open. Het is toch raar maar waar dat daar zomaar water uitkomt.
Het gebarenliedje dat ik maakte gaat over alledaagse apparaten zoals de telefoon waarmee je naar huis kan bellen. Het gaat ook over apparaten die leerlingen helpen om beter met hun handicaps te gaan. De computer schrijft de letters nooit verkeerd, ook als je hand protesteert en als je niet kunt praten kan een spraakapparaat dat voor je doen.
Van het gebarenliedje heb ik samen met logopedistes M en A een filmpje gemaakt. Het staat inmiddels op YouTube.
In veel klassen heb ik het lied geïntroduceerd en de meeste leerlingen kennen inmiddels het refrein.
Bij het herhalen van het lied druk ik op verschillende knopjes op mijn digitale piano, waardoor deze opeens heel anders klinkt. Een wonder van de techniek waar ik niks van snap natuurlijk. De leerlingen nodig ik een voor een uit om ook op de piano de knopjes te komen bedienen. Dit levert veel mooie momenten op. Hoe simpel kan het zijn. Laat leerlingen zelf spelen op een keyboard en ze doen vanzelf een heleboel ontdekkingen. Sommige leerlingen vinden het spannend, maar bij de meeste verschijnt er een big smile op hun gezicht. Bij een aantal leerlingen ontstaat er een vraag en antwoord spel, door na te spelen wat zij spelen en van daaruit verder te communiceren. Het grootse wonder voltrekt zich bij S. S is een in zichzelf gekeerde autistische leerling. Hij ziet heel slecht, maar heeft wel een duidelijke gevoeligheid voor muziek. Als hij bij de piano staat begint hij niet net als de meeste van zijn klasgenoten met twee vuisten op de toetsen te slaan, maar loopt hij eerst alle witte toetsen een voor een naar beneden af. Ik begin het apparatenliedje te zingen en zet zijn vinger op de begintoon. Foutloos speelt hij het liedje mee. Ik wist dat hij dit kon, maar ik zie de groepsleerkracht bijna letterlijk van zijn stoel vallen. S kan iets wat geen enkele andere leerling en de meeste collega's op school niet kunnen, terwijl hij in de klas zit met laag functionerende leerlingen. Het is raar maar waar. Misschien dat de volgende Kinderboekenweek over dit soort bijzondere mensen kan gaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten