maandag 25 januari 2016

Twee kanten van de medaille

'D is dood', zegt I zodra ik haar klas binnen stap. Toen ik de avond ervoor mijn werk mail opende had ik het bericht al gelezen. Toen greep het mij gelijk aan, maar nu wordt ook duidelijk wat het voor de leerlingen betekent. Gelijk na de opmerking van I komen de vragen van haar en een aantal klasgenoten los. Als je jong, verstandelijk beperkt, autistisch of alle drie tegelijk bent, is het heel lastig te vatten wat de dood nu betekent. Een aantal leerlingen zijn duidelijk in de war, zitten vol vragen en proberen er iets van te begrijpen. 'Waar is D nu dan, waarom moet ze in een kistje, 'ga ik ook dood?' Andere leerlingen gaat het begrip dood ver boven de pet en willen gewoon met de muziekles beginnen. Na 5 minuten ingewikkelde vragen, zingen we dan ook over raketten die naar sterren vliegen, sterren die aan de hemel staan.
D was een prachtig meisje, intelligent, lief, een prinsesje. Helaas had zij een zwak gestel.  Ze was al een paar weken ziek, maar ik vermoedde niet hoe ernstig de situatie was. Uiteindelijk heeft een dubbele longontsteking haar de laatste adem uit laten blazen. Een week voordat ze acht zou zijn geworden. Een drama voor de ouders, het gezin, de familie, maar ook voor school, voor de leerlingen en de collega's. Ook mij benam de mededeling van haar overlijden mij letterlijk even de adem. Hoe ga je om met zo'n drama?
Helaas ben ik enigszins ervaringsdeskundige. Bij een vorige baan op een school voor leerlingen met epilepsie, heb ik dit vaker meegemaakt. Daar is er een protocol waarin stond hoe te handelen als er een leerling kwam te overlijden. Zo'n houvast is er nu niet en het is dus zoeken naar wat er moet gebeuren. In de wandelgangen wordt daar door verschillende collega's over gesproken. Ik bespreek met de directeur de mogelijkheid om een gezamenlijke herdenkingsbijeenkomst te houden om goed afscheid van D te kunnen nemen. Voor wie hou je zo'n bijeenkomst dan, moet dat met de hele school? Als ik het voorstel aan de groepsleiding voorleg, stapen zij daar graag op in. Na de lessen wordt er met juf M en assistente J een eerste opzet gemaakt. Het wordt een bijeenkomst voor de klasgenoten van D, de buurklassen  en de kinderen die haar op een andere manier goed kende, zoals I, haar beste vriendin bij de kleuters. Ook ouders van klasgenoten en collega's zijn welkom. 's Avonds werk ik de opzet uit en de volgende dag spreken we alle details goed door. Binnen een korte tijd krijgt de bijeenkomst vorm.
Na een onrustige nacht ga ik met een brok in de keel naar school. Ik luister naar de verhalen over de crematie waar de groepsleiding naar toe is geweest en laat hen de PowerPoint zien die ik gemaakt heb. De eerste tranen vloeien al om acht uur 's ochtends bij het horen van de aangrijpende muziek. Assistente J had een nummer van K3 gevonden, de favoriet popgroep van D, dat de gevoelens wel heel erg weet te raken.
Later die ochtend geef ik les aan de klasgenoten van D. We oefenen de liedjes die we 's middags gaan zingen. Ook maken we samen een prinsessenmuziekje voor D. Hoewel een aantal jongens daar eerst geen zin in hebben ('prinsessenmuziek is stom!'), doet iedereen even later goed mee, als blijkt dat zij zelf het verhaal en de muziek mogen verzinnen. Zonder problemen zijn we meer dan drie kwartier bezig. De muziekles is zelden zo betekenisvol geweest.
's Middags is de herdenkingsbijeenkomst. Het klaslokaal zit propvol met ongeveer veertig leerlingen en een behoorlijke groep ouders en collega's. Ik zie dat de emoties bij een aantal leerlingen al snel hoog oplopen. Ik merk ook dat de bijeenkomst juf M, assistente J en heel wat ouders en collega's aangrijpt, zeker als K3 klinkt. Ik sta in de professionele stand en zorg dat de bijeenkomst volgens draaiboek en met ruimte voor de persoonlijke emoties verloopt. Er worden kaarsjes aangestoken, er wordt een rozenhart gevuld. Aangrijpend zijn de herinneringen die leerlingen vertellen, of in ieder geval proberen te vertellen. Het prinsessenmuziekje komt goed uit de verf. Juf M vertelt mooie herinneringen, J leest een mooi gedicht van een klasgenoot voor. We eindigen met Lang zal jzeleven. D zou immers vandaag 8 jaar geworden zijn. Maar we zingen het lied ook, omdat we veel mooie herinneringen hebben aan D en dat ze daardoor nog lang zal voortleven in onze gedachten. Na 'Hieperdepiep voor D' laten de leerlingen roze hartjes ballonnen los met daaraan briefjes met een herinnering aan D. De wind neemt ze mee de lucht in, op weg naar de hemel.
De volgende dag bekijk ik de foto's die met mijn toestel zijn genomen. Dan zie ik het verdriet van de leerlingen, collega's en  de ouders pas goed. Als dan via de PowerPoint K3 ook nog eens voorbij komt, schiet ik vol.
Het werken in het speciaal onderwijs is als een medaille die aan de voorkant blinkt. Elke week beleef ik er mooie momenten, ook deze week. Maar de schaduwkant van die medaille komt soms boven en laat een groot verdriet zien.

maandag 18 januari 2016

Te mooi om waar te zijn

In twee klassen wordt er gewerkt aan het thema ruimte. Best een pittig thema voor de leerlingen. Het gaat om meervoudig gehandicapte leerlingen die op zich wel wat aankunnen, maar begrippen als dampkringgewichtloosheid en sterrenstelsel zijn toch lastig voor te stellen.
Toen ik voor het eerst hoorde van het thema, was ik blij met de originaliteit ervan. Ik had me al ingesteld op sneeuwpoppen en schaatsen, dit thema had ik nog niet eerder aangepakt. Maar hoe geef ik daar nu invulling aan tijdens de muziekbelevingslessen? Dat leek vooraf best een lastige vraag. Tijdens de lessen bleek, dat als je het toeval de ruimte geeft, er mooie dingen ontstaan die te mooi om waar te zijn lijken.

Ik begin de les met een liedje dat ik voor de gelegenheid van een andere tekst heb voorzien.

In de lucht, hoog in de lucht
Vliegt een raket, ik zie hem nog net
Hij is al ver, op weg naar een ster

In de klas van juf T hangen de woorden die zij geleerd hebben binnen het thema op het bord. Ster en raket hangen er gelukkig bij, so far so good. Maar er hangen nog veel meer woorden:  maan, zon, planeet... In een gesprekje over die woorden ontstaan al improviserend nieuwe coupletten. Steeds verandert de laatste regel:

Zie je hem gaan, op weg naar de maan
Wist niet dat het kon, hij gaat naar de zon
't Is dat je het weet, hij zoekt een planeet

Na het lied gaan we een raket lanceren. Ik dacht dat er op school vast wel ergens een lege frisdrankfles zou zijn die ik als raket kon gebruiken. Helaas blijken wij een gezonde school te zijn, waar geen colafles te bekennen is. De logopedistes hebben gelukkig wel een kast vol spullen. Na wat gerommel komt er een uitschuifbare plumeau en een waterflesje tevoorschijn, die samen een prachtige raket vormen. Onder begeleiding van mijn keyboard en het aftellen van de medeleerlingen lanceert elke leerling deze raket. Juf T zegt: 'Ze kunnen ook terugtellen vanaf twintig!' Ook dit rekendoel krijgt zo een plaatsje in de muziekles.
Tot slot vertel ik dat je in de ruimte zweeft. Ik zet een space-muziekje op en zweef al liggend op een rol-kruk door de klas. Nu zijn de leerlingen aan de beurt. M heeft altijd de grootste mond, maar durft nu niet op de kruk te gaan liggen. A, het meest bescheiden meisje van de klas, gaat gelijk gestrekt op de kruk en laat zich vol plezier door de klas heen trekken. De meeste andere leerlingen volgen haar voorbeeld en genieten er ook zichtbaar van. E vindt het echter spannend en bedenkt zelf dat ze in plaats van te liggen ook op de kruk kan zitten. Ze steekt haar armen uit en zweeft zo door de klas. M heeft het gezien en durft nu wel te zweven op de manier van E. Twee leerlingen die zelf hun angst overwinnen.
Als laatste komt W aan de beurt. Hij kijkt er naar uit, maar zit wel in een zware elektrische rolstoel en is zelf erg motorisch beperkt. Hoe gaan we hem laten zweven? We besluiten hem niet uit de rolstoel te halen (een operatie van enkele minuten), maar hem een rondje door de klas te laten rijden. Ik bind het touw dat ik aan de rol-kruk had gebonden nu vast aan de rolstoel van W en begin te trekken. Gelukkig helpt K, de begeleidster van W, een handje door met de joystick de rolstoel in beweging te zetten. Spontaan beginnen twee leerlingen mee te trekken. Voor dat ik het weet kan ik het touw los laten, omdat alle leerlingen aan het trekken zijn om zo hun klasgenootje W te laten 'zweven'. Ik laat het gebeuren en kijk juf T aan. Zij lacht en zegt: 'dit is toch te mooi om waar te zijn.' 

maandag 11 januari 2016

Gelukkig nieuwjaar

De eerste les van het nieuwe jaar begin ik met iedereen een hand te geven en de leerlingen en collega's een gelukkig nieuwjaar te wensen. Daar wordt verschillend op gereageerd. In de klas van juf I snappen de leerlingen de uitgestoken hand nauwelijks, laat staan dat ze begrijpen wat gelukkig nieuwjaar betekent. Deze leerlingen leven met de dag. Een week is al moeilijk te overzien, laat staan een jaar.
Bij andere groepen merk ik dat de leerlingen mij precies nazeggen. Deze  leerlingen snappen dat er iets van hen wordt verwacht en hebben inmiddels geleerd dat kopieergedrag meestal wenselijk gedrag is. Ze hebben gezien dat de mensen 'gelukkig nieuwjaar' tegen elkaar zeggen, dus doen zij dat ook. Maar of zij precies door hebben wat de nieuwjaarswens inhoudt, blijft door hun papagaaiwens onduidelijk. Overigens ben ik blij dat ze reageren, het is hun goed bedoelde manier van communiceren.
Als ik de klas binnenkom bij juf S roept B gelijk al  'Gelukkig nieuwjaar'. Hij is me voor. De leerlingen van juf S functioneren dan ook op leeftijdsadequaat niveau. Zij snappen goed hoe het werkt. Hoewel sommige verlegen leerlingen mijn nieuwjaarswens nog na-apen, krijg ik van de meeste leerlingen een spontane reactie terug.
De mooiste nieuwjaarswens krijg ik in de klas van meester J. Deze klas wordt ook bevolkt door leerlingen die in principe op cognitief gebied hetzelfde functioneren als hun leeftijdsgenoten. Daar valt bij de nodige leerlingen echter wel wat op af te dingen. In de klas zitten bijvoorbeeld drie ras autisten ('Wat is het verschil tussen een miljoen en een miljard?' '-oen en -ard, meester'). P is een leerling met de ziekte van Duchenne, die om sociale redenen in de klas zit. In deze klas krijgt hij een goed voorbeeld en wordt hem repliek gegeven. In de klas waar hij qua niveau thuis hoort, zou hij over iedereen heen walsen, zowel figuurlijk als letterlijk (met zijn zware elektrische rolstoel). Een andere speciale leerling is O. Op school praat hij  niet, thuis kletst hij honderd uit tegen zijn vader en moeder. Wat precies de oorzaak van dit mutisme is, is onduidelijk. Er wordt hard gewerkt om hem ook op school aan het spreken te krijgen. Inmiddels praat hij zachtjes tegen logopediste A. Spraakjuf A is bij de muziekles aanwezig en heeft zich naast O gesetteld. Als ik tijdens mijn rondje nieuwjaarswensen bij O kom en hem 'Gelukkig nieuwjaar' wens, zegt A zo nonchalant mogelijk tegen O: 'gewoon even herhalen.' En dan gebeurt het wonder. Heel zachtjes, maar goed verstaanbaar zegt O: 'gelukkig nieuwjaar' tegen mij. Voor het eerst in zijn leven hoor ik hem praten. Een gelukkig nieuwjaar is aangebroken.

maandag 4 januari 2016

Voor jong en oud

Hoewel inmiddels oud en nieuw al gepasseerd is, kom ik toch nog even terug op de laatste week voor de kerstvakantie. In mijn vorige blog schreef ik al over de muzikale onderdelen van het kerstprogramma bij ons op school: samenzang met de Spaarnetown Jazzband, kerst playbackshow en kerstconcertjes door muzikanten van Live Music Now.
Bij al deze onderdelen vielen mij wel een aantal dingen op.
Op donderdagochtend vroeg speelde ik op mijn contrabas mee met de leden van de Spaarnetown Jazzband. Terwijl de kinderen binnen kwamen speelden we Amerikaanse kerstliedjes in een dixieland-jasje. Wat mij opviel was hoe gebiologeerd sommige kinderen bleven kijken en luisteren. Natuurlijk herkende ze meester Vincent, ik moest tijdens het spelen heel wat zwaaien en vragen beantwoorden. Maar ze keken ook naar de andere mensen die daar op het podium stonden. Krasse knarren, de oudste reeds 92, die vol vuur en overgave stonden te spelen. Trompet, trombone, saxofoon, banjo, en mijn contrabas, allemaal instrumenten die de leerlingen niet dagelijks tegenkomen. Een aantal kleuters was maar moeilijk naar de klas te krijgen, ze waren helemaal gegrepen door de muziek. Maar andersom werkte het ook. Ook de heren van de band konden hun ogen slecht af houden van het wonderlijke volk dat aan hen voorbij trok. Oud en jong verbonden door de muziek. Jong hoorde muziek die zij nog niet kende, oud trad op voor een voor hen fascinerend publiek. De heren op leeftijd het levende bewijs dat muziek jong houdt, de jongsten het bewijs dat muziek, hoe beperkt je ook bent, voor iedereen betekenis heeft. Mensen vonden elkaar door muziek, een mooie kerstgedachte, lijkt mij.
De kerst playbackshow werd dit jaar voor het eerst gehouden. Hoewel ik hoopte dat er ook veel live gezongen zou worden, was ik toch vooral in actie om op het juiste moment het goede YouTube-filmpje te starten. In de klas van meester J was de motivatie om de luchtgitaar-act op te voeren groot. O was al een paar dagen ziek, maar kwam speciaal naar school om die middag mee te kunnen doen. Helaas heeft hij het podium niet meer gehaald. Toen de koorts voorbij de 39 graden was opgelopen hebben zijn ouders hem toch maar opgehaald. Uiteindelijk viel de opkomst en de solo's die er geoefend waren een beetje in het water door het ruimtegebrek op en voor het podium. Meester J was echter wel tevreden. 'De leerlingen hebben er hard aan geoefend en je kon zien dat ze niet zomaar wat aan het spelen waren, maar dat ze echt het lied aan het luchtgitaren waren.' Het proces was daarmee waardevoller dan het resultaat.
Het kan ook anders. Het meeste succes hadden S en S. Twee dames uit het VSO met een behoorlijke verstandelijke beperking en beide groot fan van K3. Vlak voor de aanvang van de show hadden juf S en juf J gezegd dat zij ook op het podium mochten. Toen het hun beurt was liepen zij, zonder gehinderd te worden door maar enige vorm van gène, het podium op en begonnen hun niet voorbereide K3 optreden. S begon te klappen en heel de zaal deed mee. Het plezier straalde van hen af en dat werkte aanstekelijk. Ik denk wel eens dat als je beperking maar groot genoeg is, het leven een stuk makkelijker voor jezelf wordt. 

Tot slot waren daar de concertjes van Live Music Now. Joukeline en Sophie traden met hun harp en fluit vijf keer op voor alle leerlingen van de school. De gymzaal werd door een speciale belichting omgetoverd tot een concertzaal waarin de leerlingen geboeid luisterden en keken naar de twee muzikanten. En ook hier viel weer op hoe muziek tot de leerlingen spreekt. De beide muzikanten speelden heel goed in op de verschillende niveaus. De oudste groepen zaten vol vragen over de instrumenten en waren oprecht geïnteresseerd in allerlei muzikale weetjes. De jongsten gingen helemaal op in het verhaal over de sneeuwman dat Joukeline vertelde. De organisator van Live Music Now die aanwezig was, merkte op dat ze zelden zo'n aandachtig publiek en zulke goede voorwaarden om op te treden had meegemaakt op een school. Het sterkte mij maar weer in de opvatting dat je, als je het op een goede manier doet, je iedereen kan interesseren voor welke muziek dan ook. Of je nu een meervoudige beperkte kleuter, een net van het conservatorium afgestudeerde harpiste of een 92 jaar oude amateur dixieland muzikant bent, iedereen is gevoelig voor het kracht van de muziek.